Hebben biggen op biologische bedrijven ijzersupplementen nodig?

Auteurs: Elodie MERLOT (INRA), Armelle PRUNIER (INRA), Maud PAUWELS (INRA),  & Catherine BELLOC (INRA)

Uit onderzoek met als doel de praktijk op Franse biologische varkensbedrijven te beschrijven met betrekking tot het suppleren van biggen met ijzer bij de geboorte, blijkt dat ijzer suppliëren van biggen bij de geboorte noodzakelijk is wanneer de biggen binnen in de stal opgroeien maar niet wanneer ze in de buitenloop opgroeien.

Biggen opgegroeid in een biologische buitenloop

Pasgeboren biggen hebben zeer weinig ijzerreserve, maar een grote behoefte aan ijzer om een snelle groei te ondersteunen. De melk van zeugen is arm aan ijzer, en vóór het spenen, eten de meeste biggen te weinig vast, op granen gebaseerd voeder om aan hun biologische behoefte aan ijzer te voldoen. Om het risico op een te kort te vermijden krijgen, in conventionele varkensbedrijven, biggen hoge dosissen aan ijzer toegediend tijdens de eerste dagen na de geboorte, in de meeste gevallen in de vorm van een intramusculaire injectie. In biologische landbouw, moet het gebruik van medicatie beperkt blijven tot een minimum en is er een debat gaande of ijzerinjecties al of niet als allopathische behandeling moet gezien worden.

Het onderzoek werd uitgevoerd in de lente van 2019. Het beschrijft de praktijken op Franse biologische bedrijven met betrekking tot het toedienen van ijzersupplementen en onderzoekt de ijzerstatus van de biggen. 11 biologische bedrijven waarbij de biggen in de buitenloop werden geboren en 9 biologische bedrijven waar de biggen in de stal werden gehouden, werden bestudeerd. Op de meeste van de biologische bedrijven met biggen in de stal werd een ijzerinjectie gebruikt (200 mg: 8 bedrijven, 100 mg: 1 bedrijf, geen supplementen van ijzer: 1 bedrijf), terwijl in de buitenloopsystemen meestal geen toediening van supplementen werd toegepast (200 mg: 1 bedrijf,  geen supplementatie:10 bedrijven).

In elk bedrijf, werden bij ongeveer 30 biggen (50% mannelijk en 50% vrouwelijk), geboren uit verschillende zeugen, bloedstalen juist voor het spenen afgenomen. In vergelijking met de  – met ijzersupplementen geïnjecteerde, biggen in de stal, hadden de niet gesupplieerde biggen in de buitenloop een grotere bloedhemoglobine concentratie (118 vs. 105 ± 2 g/L, P < 0.001) en een groter rode bloedcellen volume (60 vs. 56 ± 1 fl, P < 0.01). Dit wijst op een beter ijzerstatus. Op het enige bedrijf met biggen in de stal zonder extra toediening van ijzer aan de biggen waren beide variabelen laag  (81 ± 3 g/L en 48 ± 1 fl, respectievelijk), wat duidt op een ijzertekort.

Bij het vergelijken van biggen van primipareuze en multipareuze zeugen, werd geconstateerd dat de ijzerstatus van biggen afkomstig van primipareuze zeugen lager was dan voor degenen die geboren zijn uit multipareuze moeders (109 vs. 114 ± g/L hemoglobine, P < 0,001).

Uit deze studie kunnen drie belangrijke conclusies worden getrokken:

  • de meeste landbouwers kiezen de juiste optie met betrekking tot ijzersuppletie.
  • Biggen in een buitenloop vinden een voldoende hoeveelheid ijzer in hun natuurlijke omgeving, waarschijnlijk door het foerageren en het innemen van grond.
  • Toediening van ijzersupplementen bij biggen in de stal is nodig om anemie te voorkomen.

De vergelijking met biggen in de buitenloop toonde aan dat een enkelvoudige intramusculaire injectie suboptimaal kan zijn. Deze bevinding is in overeenstemming met eerder gepubliceerde studies, die verschillende injecties tijdens de lactatieperiode aanbevolen (Heidbüchel et al, 2019), een strategie die niet geschikt is voor de biologische landbouw. Er is dus behoefte aan het vinden van alternatieve oplossingen voor ijzer injectie voor pasgeboren biggen

De resultaten van dit onderzoek kaderen binnen het CORE Organic Cofund project POWER: https://projects.au.dk/coreorganiccofund/core-organic-cofund-projects/power/

Informatie over de auteurs:

Bron: vertaling Engelstalig artikel verschenen in COREOrganic ERAnet newsletter October 2019