Maaimeststof: een volwaardig alternatief voor stalmest?
Proeven de voorbije jaren hebben aangetoond dat grasklaver (vers of ingekuild) kan toegepast worden als maaimeststof in verschillende teelten. ILVO, Inagro, PCG en UGent onderzoeken samen de werking van maaimeststoffen en gaan na of de wijze van toepassing invloed heeft op de afbraaksnelheid van de meststof in de bouwvoor, en daarmee op zijn stikstofwerking.
Een maaimeststof is een snede van een groenbedekker, doorgaans een vlinderbloemige of met een vlinderbloemige component, die geoogst wordt om als bemesting op een ander perceel te voeren. Door het gebruik van maaimeststoffen kunnen nutriënten intern op het bedrijf worden gerecirculeerd. In het project willen de onderzoekers nagaan of de wijze waarop maaimeststof wordt toegepast bepalend is voor de beschikbaarheid van de stikstof voor het gewas.
Het volledige verslag met eerste resultaten lees je hier.
Besluit
Uit de resultaten blijkt dat de N-vrijstelling uit de maaimeststof bij ondiep inwerken wellicht sneller verliep in vergelijking met diep inwerken. Dit vertaalt zich echter niet naar een verschil in knolopbrengst. De opbrengsten in 2016 lagen vooral bij Inagro zeer hoog, met opbrengsten tot meer dan 60 ton/ha. Oppervlakkig inwerken van de maaimeststof bij rotoreggen gaf in de proef bij Inagro de hoogste opbrengst (63 ton/ha), al waren er geen statistische verschillen in opbrengst tussen de behandelingen met maaimeststof. Ook bij ILVO was er geen statistisch verschil in knolopbrengst tussen licht en diep inwerken van de maaimeststof. De proef bij Inagro toont bovendien ook aan dat maaimeststof een volwaardig alternatief is voor stalmest als meststof.
Deze proeven werd uitgevoerd het kader van het ADLO-project ‘Stikstofwerking van maaimeststoffen in relatie tot toedieningswijze en bodemconditie’ met de financiële steun van de Vlaamse Overheid, Departement Landbouw en Visserij. Partners binnen dit project zijn Inagro, ILVO, PCG en UGent.