Aanbevelingen rond diergezondheid en welzijn van biologische leghennen naar aanleiding van HealthyHens project
Eind 2015 liep het Europese project HealthyHens ten einde. In het project onderzochten onderzoekers in België, Denemarken, Duitsland, Engeland, Italië, Nederland, Oostenrijk, en Zweden gedurende 3 jaar hoe het met de gezondheid en het welzijn van biologische leghennen was gesteld. De speerpunten omtrent het welzijn waren parasitaire besmettingen, uitloopgebruik, schadelijk pikgedrag, en borstbeen- en voetzoolletsels. Op de onderzochte bedrijven werden ook sterfte en productieresultaten ook getoetst. Totaal werden 114 biologische legbedrijven in 8 Europese landen op bezocht. In Vlaanderen, stelden 8 pluimveehouders op twee tijdstippen (30/40 weken en 60/70 weken) hun bedrijf open voor de onderzoekers. Bij deze bezoeken kon een grote variatie in huisvestingsystemen en inrichting van de vrije uitloop vastgesteld worden. Zo was de kleinste stal een oude varkensstal die omgebouwd was om ongeveer 940 leghennen te kunnen huisvesten en was de grootste stal een nieuwe moderne volièrestal met plek voor 15.000 leghennen.
Op 35 weken leeftijd lag het gemiddelde legpercentage op 94.0% (gemiddelde van de 8 landen: 91.1%) en op 60 weken was dit nog 88.7% (gemiddelde 8 landen: 82.4%). Op 60 weken leeftijd was er gemiddeld 5.3% uitval opgestreden (t.o.v. 5.9% in alle landen samen). Op het gebied van parasitaire besmettingen scoorde de Vlaamse bedrijven slechter betreffende Heterakis spp. wormen (kleine spoelworm) waarbij bij gemiddeld 77% van de gescoorde hennen deze parasieten werden aangetroffen t.o.v. het gemiddelde van 29.0% bij alle 8 landen tesamen. Het gemiddeld aantal aangetroffen kleine spoelwormen per hen was ook meer (gemiddeld 50 wormen/hen) in vergelijking met het gemiddelde van alle landen (16 wormen/hen). De bedrijven die participeerde aan deze studie hadden zeer verschillende uitlopen, variërend van een grote grasvlakte zonder enige vorm van beschutting tot aan uitlopen met fruitboomplantages en/of de aanwezigheid van vele struiken en planten ter beschutting. Meer hennen maakten gebruik van de uitloop wanneer deze de nodige beschutting bood. Het gebruik van de uitloop was afhankelijk van de weersomstandigheden, waarbij meer hennen gebruik maken van de uitloop als de buitentemperatuur oploopt en als er geen neerslag viel, bij een lage windsnelheid en als het meer bewolkt was.
Op de meeste Vlaamse bedrijven werden matige tot ernstige gevolgen van schadelijk pikgedrag aangetroffen op 60 weken leeftijd en scoorde de bedrijven slechter dan het Europees gemiddelde. Ook wat betreft het gemiddeld aantal hennen met een borstbeenbreuk (58.9% vs. 30.7%) en borstbeenkromming (45.7% vs. 33.6%) lag hoger op de Vlaamse bedrijven t.o.v. het algemeen gemiddelde. Het Vlaamse gemiddelde omtrent voetzoolletsels was ongeveer gelijk aan het algemeen gevonden gemiddelde.
HealthyHens ging na welke managementfactoren en houderijomstandigheden in de biologische legpluimveehouderij bijdragen aan een goede diergezondheid en welzijn. De resultaten zijn vertaald naar praktische aanbevelingen op het gebied van:
- Verminderen van worminfecties
- Tegengaan van verenpikken en kannibalisme
- Verwondingen en ontstekingen aan de voetzolen
- Vervormingen en breuken aan het borstbeen
- Meer kippen naar buiten die het hele oppervlak gebruiken
De aanbevelingen rond diergezondheid en welzijn van biologische leghennen kan je hier nalezen. Alle publicaties die in het kader van het project verschenen zijn, zijn terug te vinden in het Organic Eprints archief: http://orgprints.org/view/projects/HealthyHens.html
Het Healthy Hens project (project no. 249667, http://www.coreorganic2.org/) werd gefinancierd als onderdeel van het CoreOrganic II ERA-NET en werd vanuit Vlaanderen financieel ondersteund door de Vlaamse overheid (Departement Landbouw en Visserij).
Projectverantwoordelijke voor Vlaanderen: Jasper Heerkens en Frank Tuyttens (ILVO), frank.tuyttens@ilvo.vlaanderen.be