Maaimeststoffen, een nieuwe plantaardige bemestingsvorm te winnen op het eigen bedrijf
Een goede bodemconditie, en meer specifiek een gunstige bodemstructuur is cruciaal voor een sterke en gezonde gewasontwikkeling in de biologische landbouw. De bodemconditie is bepalend voor de werking van de organische bemesting onder invloed van de microbiële activiteit. Dit voorjaar ging het project 'Stikstofwerking van maaimeststoffen in relatie tot toedieningswijze en bodemconditie van start om het potentieel van maaimeststoffen te onderzoeken binnen strategieën van bodembeheer in de biologische teelt.
Een Vlaams maaimeststoffenproject
In dit Vlaams onderzoeksproject voor de biologische landbouw zullen de praktijkcentra Inagro en PCG met de wetenschappelijke instellingen ILVO en UGent samenwerken rond de optimalisatie van de toepassing van maaimeststoffen. Finale doelstelling is het aanreiken van handvaten aan de biologische telers voor het gebruik van deze nieuwe bemestingsvorm.
Een maaimeststof is een snede van een groenbedekker, doorgaans een vlinderbloemige of met een vlinderbloemige component, geoogst om als basisbemesting ingezet te worden voor een hoofdteelt op een ander perceel. Zo worden nutriënten, waaronder luchtgebonden stikstof, en organische stof gerecycleerd. Voor plantaardige productiebedrijven zonder vee is de aanvoer van voldoende dierlijke mest een knelpunt. Er is schaarste aan bepaalde dierlijke mestsoorten en deze wordt versterkt door logistieke barrières. Daarnaast wordt ook de bemestingsdosis per hectare gaandeweg meer beperkt door de verlaging van de aanvoernorm voor fosfor. Daarom wordt er uitgekeken naar bemestingsvormen met een gunstige stikstof/fosforverhouding zodat meer stikstof kan aangevoerd worden per eenheid fosfor, en wint het belang van het gebruik van vlinderbloemige gewassen die stikstof uit de lucht fixeren.
Aard en toepassingswijze van maaimeststoffen
Een snede grasklaver kan als maaimeststof ingezet worden voor een stikstofbehoeftige teelt. Het plantenmateriaal kan vers worden toegepast of het kan tijdelijk worden opgeslagen en bewaard in een kuil en in een volgend seizoen op het land gebracht worden. Een grasklaver tussenteelt op het bedrijf heeft bovendien een bodemverbeterende werking, mede door de gerealiseerde organische stofaanvoer. De maaimeststof kan doorheen de bouwvoor gemengd worden door ploegen of spitten maar kan ook na de hoofdbewerking worden toegediend om dan al dan niet oppervlakkig te worden ingewerkt.
Veldproeven en laboratoriumonderzoek
Voor de biologische groenteteelt, in open lucht en onder beschutting, wordt gedurende twee teeltseizoenen (2015 en 2016) de stikstofwerking van maaimeststoffen onderzocht in (i) nieuw aangelegde veldproeven (Inagro en PCG) om de effecten van de toepassingswijze te onderzoeken en (ii) in bestaande meerjarige proefopzetten bodembeheer (ILVO, Inagro en PCG) om het effect van de bodemconditie te onderzoeken. Zo kunnen we ruim kennis verwerven over de effectiviteit van deze plantaardige bemestingsvorm in relatie tot strategieën van bodembeheer.
In het laboratorium wordt de kwaliteit van de maaimeststoffen bepaald en de kwaliteit van de bodems waar de maaimeststof wordt toegepast. Ook in het labo wordt de stikstofwerking van de op het veld aangewende maaimeststoffen onderzocht onder gestandaardiseerde omstandigheden.
Het project 'Stikstofwerking van maaimeststoffenin relatie tot toedieningswijze en bodemconditie' heeft een looptijd van twee en een half jaar. Het wordt gefinancierd met Vlaamse middelen vanuit het Departement Landbouw en Visserij.
Koen Willekens