Van aardvlooien, over appels en frambozen, tot komkommers: resultaten CCBT-projecten beschikbaar!

Eind 2019 liepen 4 CCBT-projecten af. Hieronder vatten we even samen wat de belangrijkste resultaten waren en waar u de verslagen kan vinden.

Aardvlooien uitgevlooid (Inagro)

Aardvlooien zijn kleine kevers die schade kunnen veroorzaken aan de bladeren en vruchten van verschillende gewassen. Dit project focuste op de aardvlooiensoorten die in Vlaanderen problemen opleveren voor kruisbloemige gewassen. De kevers veroorzaken de meeste schade op jonge planten en kunnen bij droog en warm weer massaal voorkomen.  In dit project werden veldproeven aangelegd om zowel preventieve als curatieve beheersmaatregelen uit te proberen. Daarenboven werd de aardvlooiendruk op drie verschillende biologische bedrijven opgevolgd om een zicht te krijgen op de plaagdruk en de beïnvloedende factoren.

Uit de verschillende veld- en groeikamerproeven die in het project werden uitgevoerd blijkt dat afdekken met een fijnmazig licht insectengaas een goede bescherming biedt tegen de aardvlooien. Enkele (nog niet erkende) biopesticiden kunnen de plaagdruk een beetje doen dalen en kunnen eventueel als een noodoplossing aangewend worden. Op zeer kleine schaal is het regelmatig wegvangen van de aardvlooien ook een optie om de plaagdruk te beheersen.

Filmpje via: https://www.youtube.com/watch?v=p0FMityp9lU

Optimalisatie van de groeikracht bij Natyra (pcfruit)

Natyra® is een nieuw appelras dat in de biologische teelt zijn intrede maakt. Teelttechnisch stellen we echter vast dat het een ras is met een zwakke groeikracht. In dit project wilden we kijken of één of meerdere van de commerciële groeibevorderaars effectief een invloed hadden op de bomen. Zowel in 2018 als in 2019 kon geen enkele behandeling de groei bevorderen helaas.

Anderzijds werd in 2018 de productie en de groeikracht nog opgevolgd in de Natyra®-proef die in 2016 werd aangeplant in kader van het demoproject ‘Praktijkgerichte oplossingen voor organische stofopbouw in biologische landbouw onder MAP5‘ waarbij verschillende bodemverbeteraars bij het planten werden aangebracht. Het onderwerken van BVB Turf in het plantgat gaf na 3 jaar het beste resultaat naar groeikracht en dit object had ook de hoogste productie. Eind 2016 gaf dit ook het hoogste organische stofgehalte. De impact van alle andere behandelingen was zeer beperkt.

Optimaliseren bemesting herfstframbozen onder bescherming (Proefcentrum Pamel)

Bij herfstframbozen wordt frequent opgemerkt dat de planten vroegtijdig een gebrek (geelverkleuring van het blad) vertonen waardoor de groei stilvalt en er geen volwaardige vruchttakken meer ontwikkelen. De productie en de vruchtkwaliteit valt hierdoor sterk terug. Met dit tweejarig (2018-2019) project werd getracht de oorzaak te achterhalen alsook nieuwe inzichten te realiseren rond de optimale bemesting van biologische herfstframbozen onder bescherming.

Hierbij werd een object waarbij de N-gift werd verdeeld over meerdere fracties vergeleken met een object waar de N-bemesting volledig tijdens de voorraadbemesting werd toegediend.

De geelverkleuring van de bladeren was te wijten aan een Mn-gebrek in de plant. En niet zozeer omdat er een tekort van dit element in de bodem was, eerder omdat er andere factoren de opname ervan door de plant bemoeilijkten, zoals een te hoge bodem-pH en een hoog gehalte aan (bi)carbonaten in de grond. Niettegenstaande het aanpakken van deze twee oorzaken zeker de meest duurzame oplossing lijkt te zijn, is dit in de bio-landbouw evenwel niet altijd mogelijk. Daarom was het gebruik van een, in de bio toegelaten, Mn-chelaat dan ook de beste oplossing om tijdelijk het gebrek te verhelpen.

Voor wat betreft al dan niet fractioneren van de bemesting, is er nog geen eenduidig antwoord gevonden. Beide proefjaren gaven namelijk een verschillend resultaat weer naar factoren zoals de opbrengst tussen beide objecten. Bovendien zal het tijdstip, de dosis en de frequentie van de Mn-toepassing ook nader bekeken moeten worden daar in het tweede jaar, mogelijks omwille van de vroegere Mn-bespuiting in 2019, een hogere productie werd verkregen en dit bij beide objecten. Meer nog, het feit dat in 2019 fractioneren daarbovenop zelfs een iets hogere opbrengst gaf, doet dan ook de vraag opkomen of het effect van fractioneren pas echt naar boven zal komen wanneer tekorten van bepaalde voedingselementen niet voorkomen.

Filmpje via: https://www.youtube.com/watch?v=VGADL19V9IY

Bio Blad Bemesting: redder in nood of veel geld voor weinig effect? (PCG)

Indien de bodemvruchtbaarheid de opbrengst van een pas omgeschakelde teler in het gedrang brengt, kunnen we dit misschien oplossen door bladbemesting. Met deze hypothese werd dit project opgezet en een proef uitgevoerd met verschillende biologische bladmeststoffen in een komkommerteelt.

Ondanks de stikstofvoorraad in de bodem die door mineralisatie vrij kwam, slaagden we er in de beschreven stresssituatie te creëren. Vanaf plant dienden we de bladbemesting frequent toe en volgden we de plantgezondheid en de oogsthoeveelheden op.

Na verloop van tijd bleek dat, ondanks de frequente toepassingen, we weinig tot geen effect konden waarnemen van de bladmeststoffen. De planten die wel bodembemesting kregen leverden meer vruchten op. Qua kwaliteit konden we geen verschillen vaststellen tussen de controles en de planten die bladbemesting ontvingen.

Het is dan ook daarom dat wij hieruit concluderen dat bladbemesting in een intensieve teelt niet in staat is deze suboptimale omstandigheden op te vangen. Daaruit volgt dan ook dat dit de kosten niet kan dekken.

Meer info?
Carmen Landuyt, carmen.landuyt@ccbt.be of Tel 09 331 60 85
of contacteer rechtstreeks de onderzoek(st)er!